666 2Q DECEMBER 1922. De heer FEBER vraagt, of de zaak niet kan worden afgedaan, hetgeen z.i. wel mogelijk is, als de Voorzitter eenige inlichtingen geeft. De VOORZITTER wijst erop, dat de kwestie slechts loopt over enkele luttele guldens, doch wijl het een zaak is, die zich vrij uitvoerig heeft ontwikkeld, is het wel gewenscht, dat hiervoor eerst prae-advies wordt uitgebracht. Zonder bedenking wordt alsnu dienovereenkom stig besloten. 4. Adres van het Bestuur van het Bredasche Diacones- senhuis, verzoekende de vergoeding voor de verpleging van armlastige patiënten in gemelde ziekeninrichting te bepalen op f 3.25 per dag. 5. Adres van W. Meeuwesen, daarbij ontheffing verzoe kende van art. 14 der bouwverordening voor deze gemeente ten behoeve van de verbouwing van een pakhuis en werk plaats op het perceel aan de Ginnekenstraat n°. 90. De VOORZITTER stelt voor, deze beide adressen even eens te verzenden naar Burgemeester en Wethouders om prae-advies. De heer OOSTVOGELS dringt, ten aanzien van dit laatste adres op spoed aan. De VOORZITTER zegt, dat het adres eerst nog om advies gezonden moet worden aan de gezondheidscommissie. Zonder bedenking wordt alsnu besloten overeen komstig het voorstel des Voorzitters. 6. Adres van bewoners van noodwoningen aan het Nonnen- veld, verzoekende aan die woningen de noodige verbeteringen te doen aanbrengen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 666