66 13 FEBRUARI 1922. bouwing zelf ter hand wil nemen, dan wel de uitvoering ervan aan het schoolbestuur wenscht over te laten. Dit laatste is o.i. wel de meest practische oplossing, te meer, wijl het gemeentebestuur toch het bestek en de be grooting van kosten behoort goed te keuren en ten aanzien van bezwaren, welke eventueel hiertegen mochten bestaan en niet door overleg kunnen worden opgeheven, de beslissing van den Minister kan worden ingeroepen. Bovendien is het schoolbestuur verplicht, nadat de bouw is voltooid, aan Burgemeester en Wethouders rekening en verantwoording te doen van de gemaakte kosten met over legging van al de op den bouw betrekking hebbende finan- cieele bescheiden. Afwijking van het bestek, indien ten gevolge daarvan de kosten zijn gestegen, kan er toe leiden, dat die kosten niet aan het schoolbestuur worden vergoed. Nog zij opgemerkt, dat, wanneer de school bezocht wordt door leerlingen uit andere gemeenten, deze in verhouding tot het aantal kinderen, in de kosten der verbouwing jaarlijks moeten bijdragen, berekend naar zes ten honderd van die kosten. Op 1 Januari j.l. bedroeg het aantal buitenleerlingen van deze school 113 en 86 uit Breda. In verband met het vorenstaande, waaruit blijkt, dat de voorgenomen uitbreiding voor de instandhouding der school noodzakelijk is te achten en op grond, dat de overgelegde stukken aan de voorschriften der wet voldoen, hebben wij de eer U in overweging te geven aan het schoolbestuur als beschikking op het adres te doen weten, dat de gemeente bereid is de voor de uitbreiding der school benoodigde gelden uit de gemeentekas te verstrekken, onder opmerking, dat hierdoor niet gepraejudicieerd wordt op het bedrag, waarop de uitbreiding door het schoolbestuur is geraamd." De heer KORTEWEG wijst er op, dat in het prae-advies wordt gezegd, dat 28 leerlingen zijn geplaatst in de Diaconie-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 66