29 DECEMBER 1922. 673 aan gezinnen, waarvan het hoofd op het tijdstip der huuraanvrage ten minste een jaar zonder onderbreking in de gemeente metterwoon gevestigd is, echter met dien verstande, dat Burgemeester en Wethouders in bijzondere gevallen van deze bepaling ontheffing kunnen verleenen l. dat in de ter uitvoering van dit besluit op te maken overeenkomst zullen kunnen worden opgenomen alle zoodanige bepalingen, die Burgemeester en Wethou ders voornoemd, in het belang van een goede controle op het beheer der in het plan begrepen bezittingen, alsnog noodzakelijk mochten oordeelen 5°. Voor zoover en zoolang door het Rijk aan de gemeente ten behoeve der Vennootschap voornoemd bijdragen worden verstrekt, aan genoemde Vennootschap jaar- lijksche tegemoetkomingen te geven, waarvan de bedragen op de door de Regeering vast te stellen wijze zullen verband houden met de jaarlijksche bijdra gen uit 's Rijks schatkist, met dien verstande, dat in de gevallen, omschreven onder sub c de termijnen tot welke betaling de gemeente zich nog in de toekomst verbonden had, niet meer verschuldigd zijn. De heer KORTE WEG herinnert aan zijn vraag in de ver gadering van den uden dezer gedaan, n.l. ot dit adres wel bij den Raad thuis behoortspr. heeft daarop geen bescheid gekregen. De Regeering heeft het besluit door den Raad in Maart 1919 genomen, op zijde gezet. Zij is steeds met de bouwvereeniging voeling blijven houden, geheel buiten den Raad om. De gemeente heeft nooit controle kunnen uitoefenen over de bouwvereeniging, daar de Regeering haar uitgeschakeld heeft. Spr. zal om die reden tegen het voor stel van Burgemeester en Wethouders stemmen. De heer KLUFT is het niet geheel eens met den heer Korteweg, dat de gemeente indezeis uitgeschakeld. In de toestemming der Regeering ligt opgesloten, dat de gemeente

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 673