674
29 DECEMBER 1922.
aansprakelijk wordt gesteld. Wel komt het spr. vreemd voor,
dat door de gemeente in een zaak, waarbij zij zoozeer is
betrokken, zoo weinig contróle is uitgeoefend als borg heeft
men toch het recht om te contróleeren. Spr. wil voorstellen
voortaan op elke vereeniging, die met steun van de gemeente
bouwt, toezicht uit te oefenen, daar hij anders in die bouwerij
een strop voor de gemeente ziet.
Den heer VAN GROENENDAEL is uit ontvangen inlich
tingen gebleken, dat verschillende onderhandsche aanbeste
dingen hebben plaats gehad, waarvan Burgemeester en
Wethouders kennis hebben gekregen, doch de Raad onkundig
is gebleven. Ook is er uit gebleken, dat de laatste maal
zelfs zonder concurrentie is aanbesteed voor een bedrag van
ruim f 85.000, hetgeen z.i. 10 a 20000 gulden te duur is.
Voorts heeft spr. er zich zeer over verwonderd, dat enkele
passages van de memorie van toelichting van „Volkshuis
vesting" in tegenspraak zijn met het rapport van den adjunct
directeur van Openbare Werken. Spr. heeft zich ook nog
de moeite gegeven een vergelijking te maken tusschen de
woningen van „Volkshuisvesting" en die van de R. K. Bouw-
vereeniging „St. Joseph", en is daarbij tot de conclusie
gekomen, dat de woningtypen van „St. Joseph" beter zijn
en veel goedkooper, niettegenstaande deze gebouwd zijn in
den allerduursten tijd. Een en ander is oorzaak, dat spr.
zijn stem niet aan dit voorstel kan geven en ten zeerste
moet aandringen op een nader onderzoek in deze zaak.
De heer KLUFT is van meening, dat, als de gevraagde
verhooging van het voorschot niet is voor het bouwen van
nieuwe woningen, doch om een vroeger tekort te dekken,
het dan verstandiger is het geld niet te geven. Want, wat
zal er gebeuren als de gemeente later gedwongen wordt tot
overname van iets, waarover zij hoegenaamd geen contróle
heeft uitgeoefend? We zullen dan beleven, dat de gemeente
een kolossale strop daaraan heeft.
De heer LIJDSMAN spreekt er zijn verwondering over uit,