29 DECEMBER 1922.
677
De VOORZITTER is van meening, dat de wensch van
den heer van Groenendael, om een onderzoek in te
stellen naar de gestie van „Volkshuisvesting", naast dit
voorstel staathet eene mag het andere niet ophouden. In
het rapport der Bouwcommissie wordt van het aanhouden
van deze zaak voor het instellen van een onderzoek dan ook
niet gerept. Een onderzoek kan echter wel ingesteld worden
en wij zullen daarbij gaarne gebruik maken van de technische
adviezen van den heer van Groenendael. Inmiddels
kan de zaak doorgaan het belang der gemeente eischt zulks.
De heer VAN GROENENDAEL stelt voor, de zaak aan
te houden tot een nader onderzoek heeft plaats gehad.
De VOORZITTER: Wat voor een onderzoek? U dient
uw voorstel nader te omschrijven.
De heer VAN GROENENDAEL Een onderzoek naar de
laatst gehouden onderhandsche aanbesteding in Augustus j.l.
De heer HAALMAN constateert, dat de Raad voor een
zeer ingewikkelde kwestie wordt gesteld. Wordt het voorstel
van Burgemeester en Wethouders niet aangenomen, dan
blijft men met een onafgewerkt complex woningen zitten
Het lijkt spr. de beste oplossing om het voorstel van Burge
meester en Wethouders aan te nemen en daarnaast een
onderzoek in te stellen naar de gestie van „Volkshuisves
ting", in het bijzonder over het laatste halfjaar. Spr erkent,
niet te beschikken over eenige technische kennis in deze,
doch uit het een en ander heeft hij begrepen, dat het hier
gaat om twee belangrijke feiten, n.l. x°. er is te duur gebouwd
en het Rijk heelt op onverklaarbare wijze daaraan sanctie
verleend. Het is hem een raadsel, hoe men in Den Haag
zijn goedkeuring heeft kunnen hechten aan den bouw van
dergelijke dure woningen. 20. Er heeft iets gemangeld aan
de samenwerking tusschen de bouwvereeniging en de Gemeente
eenerzijds, en de Gemeente en het Rijk anderzijds. Ook dit
tweede punt zou spr. in het onderzoek willen zien betrokken.