678
29 DECEMBER 1922.
De heer CERUTTI zou gaarne vernemen, hoe de heer
van Groenendael zich de samenstelling van de enquête
commissie denkt.
De heer VAN GROENENDAELTwee deskundigen en
een accountant.
De VOORZITTER is van oordeel, dat men de wijze van
samenstelling der commissie aan Burgemeester en Wethouders
kan overlaten. Spr. geeft in overweging thans over te gaan
tot stemming allereerst over het voorstel-van Groenendael.
De heer KORTEWEGGaat mijn vraag, of deze zaak
v/el bij den Raad thuis behoort, niet vóór
De VOORZITTER Daarvoor schijnt geen goede grond
te bestaan.
Het voorstel van den heer van Groenendael,
om de behandeling van deze zaak aan te houden
en eerst een deskundig onderzoek in te stellen naar
de gestie van „Volkshuisvesting", wordt daarop
in stemming gebracht en verworpen met 11 tegen 7
stemmen.
Tegen mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren Korte-
weg, van Zweden, Haaiman, Feber, C e r u 11 i,
L ij d s m a n, Kluft, M e ij v i s, v a n D ij k en B o g m a n s.
Voor: de heeren Oostvogels, Martens, Clement,
Moll, Loomans, Schrauwen en van Groenen
dael.
De heer COHEN was bij deze stemming niet tegenwoordig.
De VOORZITTER constateert, dat het de wensch van
den Raad is, de behandeling van dit voorstel niet aan te
houden, doch wel een onderzoek in te stellen.