68o
29 DECEMBER 1922.
groote voorzichtigheid maant en aandringt op een zoover
mogelijk doorgevoerde bezuiniging, hebben wij gemeend de
volgende voorstellen tot wijziging van de arbeidsvoorwaarden
van de werklieden in dienst der gemeente U te moeten
voorleggen.
Deze voorstellen betreffen
i°. de invoering van eene 48-urige werkweek
2°. de afschaffing van den vacantietoeslag
3". eene nieuwe loonregeling met een nieuwe kindertoe
slagregeling.
De twee eerstgenoemde voorstellen strekken tot bezuini
ging en maken een wijziging van het werklieden-reglement
en de daarbij behoorende bijzondere voorschriften noodza
kelijk, terwijl door het derde voor zoover betreft den
kindertoeslag ook voor de werklieden eene regeling
wordt bereikt, welke reeds voor andere groepen personeel
is ingevoerd.
Alvorens deze drie voorstellen, voor zoover noodig, afzon
derlijk toe te lichten, wenschen wij nog het volgende in
het algemeen op te merken.
Bij het opmaken der begrooting voor het jaar 1923 is
door ons uiteraard zooveel mogelijk naar bezuiniging gestreefd.
Wanneer men echter in het oog houdt, dat juist op vele
belangrijke uitgaven niet bezuinigd kan worden, omdat deze
verbonden zijn aan de verplichte uitvoering van Rijkswetten,
dan mag het o.i. geen verwondering wekken, wanneer wij
op billijke wijze ook een bezuiniging wenschen aan te
brengen op de personeelsuitgave, welke onder de posten,
waarop zulks aan de gemeente mogelijk is, een der voor
naamste plaatsen inneemt.
Dat de uitgave voor het gemeentepersoneel werkelijk een
der belangrijkste posten van het gemeentelijk budget vormt,
moge U uit enkele cijfers blijken. In 1914 werd een bedrag
van f 136,647,door de Gasfabriek, Waterleiding, Openbare
Werken, Reiniging en Beplantingen aan loon uitbetaald aan
203 ambtenaren (de Directeuren niet inbegrepen) en werk-