29 DECEMBER 1922.
683
werklieden thans genieten, te handhaven, stelt het College
dan ook voor, den vacantietoeslag te doen vervallen. Gelet
op het geringe bedrag der uitkeering (f 15,a f20,per
jaar) zullen de werklieden van de afschaffing daarvan geen
ernstig nadeel ondervinden.
Bij deze beslissing moet vooral ook in het oog worden
gehouden, dat de nieuwe kindertoeslagregeling, welke in ons
derde voorstel is verwerkt, een niet onbelangrijke meerdere
uitgave uit de gemeentekas zal vorderen. Deze uitgave zou
niet te verdedigen zijn, wanneer niet eenige vermindering
op de andere personeelsuitgaven daartegenover stond. Wordt
derhalve aan den eenen kant aan enkelen de vacantietoeslag
onthouden, aan den anderen kant zullen velen profiteeren
van den verbeterden kindertoeslag.
In bijlage II zijn de wijzigingen aangegeven, welke de
afschaffing van den vacantietoeslag in het werkliedenregle
ment noodig maakt.
Daar de jaarlijksche vacantie wordt toegekend tusschen
1 Mei en 30 April is het gewenscht deze wijziging op
1 Mei 1923 in werking te doen treden.
Toelichting op voorstel j (nieuwe loonregeling en kinder
toeslag.)
Daar de tegenwoordige loonregeling gebaseerd is op de
45-urige werkweek is deze met het oog op de administratie
niet dienstbaar te maken aan den 48-urigen arbeidstijd.
Zooals blijkt uit artikel 2 (zie bijlage III) zijn de nieuwe
weekloonen over de geheele lijn iets verhoogd. De periodieke
verhoogingen zijn niet voor alle groepen gelijk, daar de
verhooging der weekloonen uiteraard zooveel mogelijk beperkt
dient te worden.
In artikel 3 is de nieuwe kinderbijslagregeling opgenomen.
Hierdoor is tegemoetgekomen aan den meermalen door een
groot gedeelte Uwer vergadering geuiten wensch, om deze
regeling zoodanig te treffen, dat vanaf het derde kind een
bijslag van 5 van het loon wordt uitgekeerd, zooals reeds
ten opzichte van andere groepen gemeentepersoneel geschiedt.