29 DECEMBER 1922. 68 7 afdeelingen en de memorie van antwoord van Burgemeester en Wethouders, als a. van het Burgerlijk Armbestuur. b. van het Gasbedrijf. c. van de Waterleiding. d. van het Electriciteitsbedrijf. e. van het tijdelijk Trambedrijf. f j van de Bank van Leening. van den Warenkeuringsdienst. h. van den Vleeschkeuringsdienst, en i. van de Gemeente. De VOORZITTER opent de algemeene beschouwingen. ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. Centraal Rapport In eene afdeeling werd door een der leden opgemerkt, dat de samenstelling van het College geen aanleiding geeft tot bemerkingen, aangezien die samenstelling sinds het vorige jaar geen veranderingen heeft ondergaan. Door meerdere leden werd hulde gebracht aan Burge meester en Wethouders voor de door hen aangenomen houding in het broodconflict h. t. p. Een ander lid, instemmende met het hiervoor gesprokene, betreurde evenwel het door den Burgemeester ingenomen standpunt tegenover de Muziekcommissie. Door meerdere leden werd opgemerkt, dat er h. i. te weinig raadsvergaderingen werden gehouden, waardoor de agenda's te lang worden en het voor de raadsleden niet mogelijk is de verschillende voorstellen behoorlijk te be- studeeren. Een der leden zou willen voorstellen om de rondvraag bij het einde der vergaderingen af te schaffen. Volgens spreker kunnen de vragen beter schriftelijk tot den Burgemeester worden gericht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 687