688 29 DECEMBER 1922. Verschillende leden gaven hun ontstemming te kennen over de late indiening der begrooting. Aangedrongen werd op een spoediger toezending, waardoor meer gelegenheid tot onderzoek bestaat. In verband met deze late verschijning en de vele op handen zijnde feestdagen werd voorgesteld om dezelve te behandelen na 31 December a.s. Nog werd verzocht om in den vervolge de toelichting niet afzonderlijk, maar bij de betreffende posten te doen afdrukken, hetgeen naar men meende de begrooting overzichtelijker zou maken. Meerdere leden zouden gaarne tot stand willen zien komen een regeling der rechtspositie van alle gemeenteambtenaren. De wensch werd uitgesproken, om den wethouder van sociale aangelegenheden te benoemen tot voorzitter van de commissie voor het georganiseerd overleg. Gevraagd werd om het georganiseerd overleg meer toe te passen dan tot heden het geval is. Een der leden meende, dat het wenschelijk zou zijn een wacht geldregeling te treffen voor gemeentearbeiders in lossen dienst. Opgemerkt werd, dat in de naaste toekomst met meer kracht en beteren wil opgetreden zal moeten worden, inzake de werkloozenzorg. Dit zal natuurlijk geld kosten, doch niet tegenstaande die finantiëele lasten zal het gemeentebestuur zich daaraan niet mogen onttrekken. Hoe moeilijk de toe stand der geldmiddelen ook moge zijn, toch zal op sociale maatregelen, die eenmaal, in verband met de algemeene malaise getroffen zijn, niet mogen worden bezuinigd. Ook daarom niet, omdat in onze gemeente op dit gebied nog betrekkelijk weinig tot stand is gebracht. Een der leden besprak de houding van enkele medeleden, w.o. speciaal de afgevaardigden van de R.K. werklieden, bij de stemming over de steunregeling voor de werkloozen. Door een ander lid werd aangedrongen op het in het leven roepen van een steunregeling voor ongeorganiseerde, lichamelijk zwakke en gebrekkige arbeiders.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 688