29 DECEMBER 1922.
691
Evenwel blijft ook volgens spreker een voorzichtig beheer
geboden.
Door enkele leden werd besproken de critiek, die den
laatsten tijd op de samenstelling van den Raad wordt uit
geoefend. Men meende daartegen een krachtig woord van
protest te moeten laten hooren. Het zou zeer de vraag zijn
of zij allen, die thans klaar staan met hun critiek en zulks
uiten in dagbladen en adviezen aan den raad, de zaken
beter zouden hebben behartigd. Waarom, zoo werd gevraagd,
stellen deze personen zich niet beschikbaar voor het raads
lidmaatschap, dan zouden zij in de raadszaal hun critiek
kunnen laten hooren.
Toegegeven werd, dat de lasten der gemeente zwaarder
zijn geworden, ontkend werd echter, dat de oorzaak hiervan
zou liggen aan de tegenwoordige beheerders. Integendeel
meende men Burgemeester en Wethouders een woord van
hulde te moeten brengen voor hun verstandig beheer. Ver
wezen werd naar het vroegere beheer, toen niet het minst
rekening werd gehouden met de toekomst.
Een der leden vraagt een verbodsbepaling voor het rijden
van jeugdige personen met voertuigen.
Een ander lid wijst er op, dat reeds herhaalde malen is
gewezen op het luidkeels venten op Zondag en verzoekt
maatregelen te treffen dit te verbieden.
Door meerdere leden werd verzocht een verordening in
het leven te roepen, waarbij het venten van melk op Zon
en Feestdagen verboden wordt.
In een der afdeelingen bracht een lid het uittreden van
den heer Haaiman uit de S. D. A. P. ter sprake en in
verband daarmede het door hem bezet houden van zijn
raadszetel. Hij (Haaiman) verklaarde toch, bij de behan
deling van de begrooting op 29 December 1921, zich te
zullen verheugen, terwille van een zuivere politieke situatie,
wanneer de eenheid tusschen de beide kiesvereenigingen
„Recht en Orde" en de groep „Schaepman" tot stand kwam.
En wat doet nu de heer Haaiman zelf?