694 29 DECEMBER 1922. Door het ontbreken van een badhuis, kan moeilijk aan het verzoek omtrent het nemen van kuipbaden worden voldaan. Gaarne gaan wij accoord met de betoogde wenschelijkheid van de inrichting van een kamp voor woonwagens. Het lijkt ons evenwel bijna onmogelijk om in deze volgebouwde gemeente eenig open terrein daarvoor te vinden. Het plan van een volksbadhuis ligt klaar. Het is nog niet ingediend, omdat voorzichtigheid moet worden betracht met het in het leven roepen van een dergelijke, financieel ris kante onderneming. Deskundig toezicht bij de volkszwemplaats komt ook ons gewenscht voor, zoodat deze aangelegenheid nader door ons zal worden onderzocht. Aan het spuien van singels en grachten wordt alle aan dacht besteed. Te dien opzichte zijn wij evenwel afhankelijk van het betrokken waterschap. Wij zeggen dank voor de op meerdere plaatsen gesproken woorden van waardeering. Wat de arbeidstijdverlenging betreft, daaromtrent zullen U spoedig nadere voorstellen bereiken, waaruit U zal blijken, dat wij wenschen over te gaan a. tot verlenging van den arbeidstijd, b. tot afschaffing van den vacantietoeslag, zooals reeds op meerdere plaatsen is geschied en die ook nimmer hier voor de ambtenaren is ingevoerd. In afwachting van Uw uitspraak daaromtrent zullen wij onze meening omtrent loonen en pensioensverhaal opschorten. Wat de verlaging van den post „Onvoorziene Uitgaven" betreft, merken wij op, dat de omstandigheden, die bij de begrooting voor 1921 oorzaak waren van het groote bedrag op dezen post uitgetrokken, thans, nu meer stabiele toe standen zijn ingetreden, niet meer aanwezig zijn. Erkentelijk voor de gesproken woorden van waardeering, meenen wij, dat het verder gesprokene met betrekking tot de critiek, uitgeoefend op de samenstelling van den Raad geen aanleiding tot opmerkingen geeft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 694