6
30 JANUARI 1922.
Intusschen, de moeilijkheden, waarvoor de gemeente ook
in geldelijk opzicht, geplaatst is, mogen de opgewektheid,
welke wij allen bij de verrichting onzer werkzaamheden be
hoeven, slechts doen toenemen zij behoeven het vertrouwen
in eene betere toekomst geenszins te verzwakken.
In gezamenlijken arbeid, waarbij wij het algemeen belang
zoo veelzijdig mogelijk zullen hebben te bezien, hopen wij
eene zoodanige toekomst te kunnen bevorderen. Moge 1922
ons bevrijd houden van stormen, ook van eene zoodanige,
als in het bijzonder Breda en omstreken in de November-
maand teisterde, en aan de gemeente de noodige ontwikke
ling worden geschonken.
U persoonlijk en langs dezen weg ook aan hen, die in
dienst der gemeente zijn en aan de burgerij betuig ik mijn
hartelijken dank voor de goede wenschen bij de jaarswisseling
tot mij gekomen. De mijne zijn niet minder gemeend.
Het ingetreden jaar moge U en de Uwen, onder den bij
stand Gods, in elk opzicht bevrediging schenken van Uwe
rechtmatige verlangens.
De heer LIJDSMAN zegt, dat het hem een genoegen is
namens den Raad den Voorzitter hartelijk dank te
betuigen voor diens gelukwenschen. Spr. biedt den Voor
zitter wederkeerig de beste wenschen voor het nieuwe
jaar aan, niet alleen als burgervader, doch ook als huisvader.
Voorts dankt spr. den Voorzitter voor diens aange
name samenwerking zoowel in het College als in den Raad
en zegt hem volle medewerking en steun toe in alles waar
het betrefthet belang van de gemeente Breda te behartigen.
De VOORZITTER schorst daarop de openbare vergade
ring, welke overgaat in eene met gesloten deuren.
Na heropening der openbare vergadering deelt de VOOR
ZITTER mede, dat berichten zijn ingekomen van de heeren
VanDijk, Martens, Bossers en Feber, vermel
dende, dat zij, resp. wegens het bijwonen eener begrafenis,