29 DECEMBER 1922. 70s korten tijd van voorbereiding na Nieuwjaar te behandelen. Het College van Burgemeester en Wethouders heeft echter gemeend aan dit rechtvaardig verlangen van den Raad niet te moeten voldoen en zoo geschiedde het, dat nog precies de in art. 42 der gemeentewet voorgeschreven minimum termijn kon worden in acht genomen, om den Raad tot de behandeling der begrooting op te roepen. De begrooting moet dus vóór Nieuwjaar worden afgejakkerd, want als men twee dagen de feestdagen tel ik niet mee krijgt voor bestudeering van het Centraal Rapport en de Memorie van Antwoord en om zich voor de openbare behandeling voor te bereiden, dan, Mijnheer de Voorzitter, kan ik geen anderen en ook geen juisteren naam vinden dan afjakkeren. En hoe veel te meer springt de bedoeling van Burgemeester en Wethouders niet in het oog, als wij zien, dat er gisterenavond laat om kwart over acht ging ik van huis, toen was er nog niets te zien nog een zeer belangrijke nota bij de raadsleden in de brievenbus is gestopt, vergezeld van een nieuwe loonregeling en een zevental wijzigingen in het Werk liedenreglement, welke zaken nota bene nu tegelijk met de begrooting zouden moeten worden afgehandeld en welke loon regeling en wijzigingen den ien Januari, dus over drie dagen, zouden moeten in werking treden. Mijnheer de Voorzitter, dit toch kan het College geen ernst zijn Zou dit onverhoopt echter wel het geval zijn, dan zij hier een krachtig woord van protest toch zeker op zijn plaats, want van een eenigszins behoorlijke behandeling van deze zeer belangrijke materie kan dan geen sprake zijn. Ik al thans, Mijnheer de Voorzitter, verklaar absoluut niet in de gelegenheid te zijn geweest deze zaak behoorlijk te overzien, niettegenstaande ik tot heden morgen vier uur aan het werk ben gebleven en ik wil wel zeggen, dat als deze zaak zoo moet worden behandeld, ik aan die behandeling die een bespotting zou zijn niet meedoe. Tot mijn groot genoegen heb ik echter bespeurd, dat de bedoeling van het College niet is de behandeling dier zoo laat ingekomen voorstellen door te drijven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 705