29 DECEMBER 1922. 727 zijn dan de ambtenaren belast met het samenstellen dezer begrooting, waarvan ik en ik meen te mogen spreken namens het geheele College kan verklaren, dat deze ambtenaren met hunne mede-collega's hun ambt vervullen boven alle critiek verheven. Maar de uil, mijnheer de Voor zitter, denkt evenals Voltaire zich eenmaal heeft uitgespro ken Liegt er maar op los er blijft allicht iets van hangen. Het deed mij dan ook genoegen van een onzer medeleden, niet behoorende tot mijn fractie, dien ik dezen morgen in de leeskamer ontmoette en tegen wien ik mijn afschuw over bedoeld artikel uitsprak, ten antwoord te mogen ontvangen „Ja, het lijkt wel een Carnavalscourant." Mijnheer de Voorzitter. Het zou te veel eer zijn voor den schrijver van het artikel om hierbij langer stil te staan. Ik stap er dan ook met afschuw van af en kom thans aan hetgeen door den heer Bogmans is gezegd in zake het georganiseerd overleg. Met den heer Bogmans en ook andere sprekers ben ik het volkomen eens, dat het geor ganiseerd overleg hier niet wordt toegepast, zooals wij ons dat hadden voorgesteld, n.l. overleg tusschen werkgever (in deze de gemeente) en werknemer (in deze de organisatie). Hoe staat het hier met de kwestie van het georganiseerd overleg De wethouder, voorzitter der commissie, gaat met een brief van Burgemeester en Wethouders naar de verga dering der commissie voor georganiseerd overleg men kan er over praten, maar de voorzitter mist elke bevoegdheid om werkelijk overleg met de organisaties te plegen. Zij heb ben de voorstellen van Burgemeester en Wethouders aan te nemen of te verwerpen, een tusschenweg is er niet. Mijnheer de Voorzitter, wanneer wij zóó het georganiseerd overleg blijven beschouwen, wil ik wei verklaren, dat ik aan der gelijk overleg absoluut geen waarde hecht en sluit ik mij gaarne aan bij hetgeen hierover door Wethouder W i e r d e 1 s bij het behandelen der gemeentebegrooting is gezegd„Wat drommel, een wethouder-onderhandelaar van Burgemeester en Wethouders is toch geen kruier voor het overbrengen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 727