29 DECEMBER 1922. 7 37 werklieden in lossen dienst, te stellen in handen van Bur gemeester en Wethouders om prae-advies. De heer MEIJVIS wijst er op, dat het er hier alleen om gaat de wenschelijkheid uit te spreken z.i. kan dit onmid dellijk geschieden. De VOORZITTER is het daarmede niet eens; de Raad dient eerst voorgelicht te worden. De motie wordt daarop gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. Vervolgens geeft de VOORZITTER in overweging om het voorstel-M e ij v i s, luidende als volgt ,,Als gevolg van de nog steeds heerschende woningnood te dezer stede, besluit de Raad tot het bouwen van 100 noodwoningen boven de reeds bestaande en in aanbouw zijnde," te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. Men kan van den Raad niet eischen, dat hij dit onvoldoende doordacht voorstel zonder eenige voorbereiding behandelt. Er worden geen kosten, geen plaats, niets in genoemdspr. is daarom geneigd het als niet ernstig be doeld te beschouwen. De heer MEIJVIS komt daartegen op. Spr. dringt op een spoedige behandeling aan. De woningnood is zoo ernstig, dat het noodzakelijk is meer noodwoningen te bouweneen terrein moet gevonden worden. De VOORZITTER: Als de heer Me ij vis ons daarom trent inlichtingen kan verstrekken, dan houden we ons daar voor aanbevolen. Besloten wordt dit voorstel te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 737