13 FEBRUARI 1922. de stemming eigenlijk ging. Enkele tegenstemmers, waaronder spr., hebben toen loyaal hun stem gegeven aan het voorstel om een nieuwe stemming te houden met het gevolg, dat het voorstel tot wijziging van art. 19 werd aangenomen met 12 tegen 9 stemmen. Toen in de daarop volgende vergadering van 4 Februari de Raad zich moest uitspreken over het voorstel- F e b e r om opnieuw over de wijziging van art. 197 der alge- meene politie-verordening te stemmen was hij niet voltallig. De gelegenheid was toen gunstig geweest om door middel van eene nieuwe stemming 's Raads beslissing van den vorigen dag ongedaan te maken, doch, hoewel vurige voorstanders van het Carnaval, hebben spr. en enkele zijner partijgenooten toen gezegd Neen, hoezeer wij ook de afschaffing van de openbare Carnavalsviering betreuren, daaraan doen wij niet mee. En het gevolg daarvan was, dat het voorstel-F e b e r werd verworpen. Wat nu wordt voorgesteld heeft precies dezelfde strekking als het toenmalige voorstel-F e b e r, alleen doet er zich nog een groot verschil bij voor. In de vorige raadszitting heeft nl. de heer H o r n i x uitdrukkelijk gevraagd of er na de verwerping van het prae-advies nog een afzonderlijke stemming moest plaats hebben over spr's. voorstel, hetgeen toen niet noodig werd geoordeeld. Des ondanks bereikt nu den Raad een verzoek om spr.'s voor stel alsnog aan een afzonderlijke stemming te onderwerpen. Het komt spr. voor, dat de Raad zich ernstig zou blamee- ren met daarop in te gaan. Hij meent derhalve het voorstel van de heeren Loomans c.s. te moeten ontraden. De heer OOSTVOGELS Vier leden van de R. K. Kies- vereeniging „Recht en Orde" en de Anti-Revolutionnair Korteweg vragen een extra-raadszitting aan, waardoor zij de gemeente het koopje bezorgen van f 150 aan presentie geld De VOORZITTER protesteert tegen deze voorstelling van zakener was toch een raadsvergadering noodig wegens punt 13.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 73