7 54
2g DECEMBER 1922.
De VOORZITTER antwoordt, dat de heer Haaiman
die opmerking niet zou gemaakt hebben als hij deze be
grooting eens nader had bekeken. Tegenover den bewusten
post staat een memorie-post „Bijdrage der gemeente Breda".
Men verwacht dus niet, dat dit bedrijf zoo winstgevend zal
zijn. Overigens zal met de opmerking van den heer Haai
man te zijner tijd rekening worden gehouden.
De begrooting van den Vleeschkeuringsdienst wordt daarop
z. h. s. goedgekeurd.
GEMEENTE-BEGROOTING.
Uitgaven.
Hoofdstuk II, Afdeeling I.
Art. 5- Presentie-gelden der leden van den Raad
Verschillende leden wilden overgaan cot verlaging der
presentie-gelden op f6,terwijl er leden waren, die zich
met een bedrag van f 5,konden vereenigen.
Antwoord.
Ons college kan in zijn geheel medegaan met eene ver-
laging van 'het presentiegeld tot f5,
De heer CERUTTI heeft gezien, dat er een streven gaande
is om het presentie-geld te verlagen. Spr. wil even releveeren,
dat het presentie-geld in 1875 is ingevoerd en toen is vast
gesteld op f 3,per zitting. Dat was nog in den oer-goed-
koopen tijd. Het salaris van den Burgemeester bedroeg toen
f 1800,--, dat van den Secretaris f 1600,en van de Wet
houders f 200,per jaar. Er zaten destijds alleen kapita
listen in den Raad. Later toen ook anderen zitting kregen
is het presentie-geld verhoogd, doch nooit in die mate als
de jaarwedde der wethouders, welke sedertdien tot f 3000,
is gestegen. Waarom, vraagt spr., moeten we nu bij den
staart beginnen door te gaan bezuinigen op het presentie
geld en niet op het salaris der wethouders? Spr. vindt dit