756 2g DECEMBER 1922. Het voorstel van den hear Oostvogels wordt niet voldoende ondersteund, zoodat het geen punt van behandeling kan uitmaken. De heer KLUFT is het eens met den heer C e r u 11 i. Spr. was niet aanwezig bij de bespreking van het abattoir- vraagstuk op Zaterdagmiddag 18 November 1.1., doch had die week 5 commissie-vergaderingen bijgewoond. Wat spr. persoonlijk betreft, kan men het presentie-geld afschaffen, maar hij wil rekening houden met andere leden, die het niet kunnen missen. Laat de heer O o s t v o g e 1 s, als hij het geld liever niet hebben wil, het aan het Burgerlijk Arm bestuur geven De VOORZITTER merkt op, dat men het presentie-geld niet moet beschouwen als een vergoeding voor diensten als raadslid bewezen, doch voor het tijdverlies aan het bijwonen van een vergadering verbonden. De post wordt hierop zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Art. 22 c. Reis- en verblijfkosten voor leden van het be stuur oj ambtenaren der gemeente wegens dienstreizen. Gewezen werd op het hooge bedrag en men wenschte verlaging door paal en perk te stellen aan deze uitgaven ten opzichte der lagere ambtenaren. Antwoord. Een reisbesluit is in wording. De post wordt z.b.s. goedgekeurd. Art. 23. Kosten van het opmaken van het raadsverslag. Meerdere leden gaven den wensch te kennen om van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 756