786 3o DECEMBER 1922. kortelings kwam een agent 35 minuten te laat in dienst. De man is niet gestraft, omdat voldoende reden dit verzuim billijkte. Spreker aanvaardt gaarne critiek, mits die behoorlijk gefundeerd is, doch er is hier over tal van zaken gesproken, welke de leden blijkbaar niet volkomen kennen of onder zocht hebben. Spreker draagt gaarne de verantwoordelijkheid, maar men behoort hem dien last zoo draagbaar mogelijk te maken. Als een staaltje van onbehoorlijke critiek wijst spreker op hetgeen gezegd is over het optreden van de politie bij het constateeren van verboden bakkersnachtarbeid en het ver wondert hem, dat die komt van zekere partij, welke er zich op beroept, steeds de belangen van de arbeiders voor te staan. Spreker zou er prijs op stellen van de heeren Cohen en Oostvogels te mogen vernemen, van wie zij hunne inlichtingen hebben. Van wie kwamen die klachten over het optreden der politie Noch bij spreker, noch bij den com missaris van politie werd hierover geklaagd. Spreker hoopt niet, dat deze heeren hunne inlichtingen hebben van een agent van politie, want het is den agenten uitdrukkelijk verboden, aan anderen iets over ambtszaken mede te deelen. Spreker wenscht dan ook den raadsleden ernstig op het hart te drukken, elke provocatie tot het geven van inlichtingen over dienstaangelegenheden achterwege te laten. Er kunnen dikwijls de belangen en de reputatie van personen mede gemoeid zijn, terwijl dergelijke inlichtingen de politietaak ten zeerste kunnen bemoeilijken, zoodat het verbod ten strengste moet worden gehandhaafd. En kleine oorzaken kunnen soms groote gevolgen hebben. Daarom herhaalt spreker zijne vraag aan de heeren Cohen en Oostvogels om te mogen vernemen, hoe zij aan de inlichtingen komen. Nóch van den kant der patroons, nóch van die der politie heeft spreker eenige klacht vernomen. Dat de inlichtingen vanwege het kantongerecht zijn verstrekt, acht spreker niet aannemelijk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 786