3o DECEMBER 1922. 787 Wat de verhouding in het politiekorps aangaat, kan spre ker verklaren, dat die uitstekend is te noemen. Er zijn overal in de maatschappij goede en slechte elementen en zooge naamde kankeraars heeft men ook in het politiekorps. Die worden weer gesteund door een paar anderen en dan komen de klachten, via veel straten en pleinen en meestal verpoli tiekt, hier de raadszaal in. Zoo is de gang van zaken. De toestand is echter verbeterd en geenszins verslechterd. Of een agent, die gedegradeerd is, weer bevorderd moet worden, is eene persoonlijke opvatting, doch is eene zaak, die niet in den Raad thuis behoort. Spreker wenscht zich daarover niet uit te laten. Wie erover sprak, toonde niet voldoende op de hoogte te zijn van de ware toedracht der zaak. Aangaande de functioneering van verkeersagenten, waar over de heer Oostvogels sprak, heeft het spreker een genoegen gedaan te mogen vernemen, dat deze dienst alge meen wordt gewaardeerd. Agenten moeten op hun tijd naar eigen initiatief weten te handelen en gaan, waar hun plicht hun roept. Er behoeven dus niet aanstonds conclusies te worden getrokken, wanneer zoo'n man niet op zijn plaats staat. Het kan zijn, dat hij elders meer noodig is. Of er goede reden is, dat een agent een kwartier te laat op zijn post komt, kan niet direct beoordeeld worden. Daarvoor dient men de toedracht der zaak te kennen. De vertroebeling van politiezaken, waarvan de memorie van antwoord gewaagt, bracht ook den naam van den heer C e r u 11 i in 't verslag. De heer C e r u 11 i vond het onaan genaam, dat zijn naam daarin genoemd wordt. En toch is dat zeer logisch. Toen het vorig jaar wegens een misverstand, hetgeen aanstonds erkend is, de politie in Concordia is opgetreden, werd gezegd dat muisje zal een staartje heb ben. Welnu, dat staartje is er, maar het kwispelt mij niet, zegt spreker. Spreker had verwacht, dat er niet meer over gesproken zou zijn. In het afdeelingsverslag heeft men de kwestie weer te berde gebracht en zonder bezwaar wil spr. er het een en ander over zeggen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 787