3o DECEMBER 1922 789 Als hoofd van politie acht spreker de medewerking van de raadsleden hoog, doch als men met anderen gaat kon kelen, brengt dit gisting en vertroebeling, Dit is voor spr. niet aangenaam, omdat de zaak zelve daardoor schade lijdt. Dit kan en mag hier wel eens gezegd worden. Spreker deelt de wenschen van hen, dat er op de politie moet bezuinigd worden. De uitbreiding van het politiekorps is destijds een gevolg geweest van de verkorting van den arbeidstijd. Verlenging van arbeidstijd zal personeeslvermin- dering tengevolge hebben. Spreker zal nauwkeurig onder zoeken, in hoever bezuiniging mogelijk is, waarbij ook met de belangen van het personeel rekening dient te worden gehouden. Naar de ter sprake gebrachte inkrimping van de politie te Zutphen kan een onderzoek worden ingesteld. Over het optreden der politie bij de ontvangst van „Man nenkoor" heeft spreker van verschillende zijden niets dan lof gehoord. Geen enkele klacht heeft hij daaromtrent vernomen. De vraag, of van den politie-cursus niet een gesplitst gebruik kan worden gemaakt, moet spreker ontkennend beant woorden. Er worden hier van gemeentewege zeer waardeerbare cursussen gegeven, die, wat de algemeene ontwikkeling betreft, onder leiding staan van den onderwijzer De Groot en, wat het politierecht aangaat, onder leiding van den Inspecteur Loves. Het kan volstrekt geen kwaad, dat een gediplomeerd agent daaraan deelneemt. Wij krijgen voortdurend nieuwe wetten, waarmede de politie te maken heeft. En het is goed, dat de agenten op die wijze hunne herinnering ververschen. De cursussen worden met attentie gegeven. Er bestaat geen dwang om eraan deel te nemen, doch wie deelneemt, is verplicht den geheelen cursus te volgen. Omtrent den cursus-B 1 a k e nb u r g en zijn omvang en aard is spreker niets bekend. Als men dezen financieel ging steunen, zouden alle andere particuliere cursussen en lessen daarop evenveel recht hebben. In 't belang der politie dringt spreker ten slotte aan op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 789