794 30 DECEMBER 1922. had den Burgemeester op zijn kamer moeten opzoeken, waar hem alle verlangde inlichtingen zouden verstrekt zijn geworden. Nu hij dat niet deed, doch integendeel agenten in een koffiehuis binnen roept, is dat konkelen in de volle betee- kenis van het woord. Toen spreker destijds de welwillende raadsleden uitnoodigde op zijn kamer informatiën te ontvan gen en eventueel stukken in te zien, bleef de heer Cerutti weg. Spreker dankt verder den heer Oostvogels voor de mededeeling van de bron, waaruit hij zijne inlichtingen ver kreeg en hoopt, dat de heer Cohen hem in de Burge meesterskamer nader over de zaak zal komen inlichten. De heer LOOMANS wenscht, naar aanleiding van de opmerking van den heer Oostvogels, dat de politie eerst had moeten aankloppen, erop te wijzen, dat het hem bekend is, dat zulks bij Weiten is geschied. De zaak is dus niet geheel juist voorgesteld. De heer CERUTTI komt op tegen de grief, door den Voorzitter gemaakt, dat hij niet bij hem om inlichtingen is geweest. In den Raad ontbrak daartoe de gelegenheid, omdat de Voorzitter eensklaps de vergadering sloot. Onmiddellijk na afloop van die vergadering kon spreker zich vergewissen van de juiste toedracht der zaak, doordat een agent, die zelf bij het optreden der politie in Concordia aanwezig was geweest, het aantal agenten wist te noemen. Spreker meent dan ook, dat de Voorzitter onjuist oordeelt, wanneer deze zegt, dat hij gekonkeld heeft. De VOORZITTER meent, dat de heer Cerutti dan toch later bij hem had kunnen komen. Mevr. NEVE-REINTJES bestrijdt de meening van den heer Moll, alsof de S. D. A. P. er op uit zou zijn om steeds alles van overheidswege te doen regelen. Zeer dikwijls werkt de S. D. A. P. er toe mede, om het particulier initiatief te steunen. Datzelfde geldt ook voor den cursus-B 1 ake n b u rg.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 794