7 97 30 DECEMBER 1922. Het kan loffelijk worden genoemd, indien agenten van politie elkander behulpzaam zijn bij wederzijdsche studiën. Voor geldelijken steun zal zoodanige werkzaamheid niet in aanmerking kunnen komen. Aangezien dit punt reeds besproken is bij de algemeene beschouwingen over dit hoofdstuk, wordt de post hierop goedgekeurd. Afdeeling II. Brandweer. De wensch werd uitgesproken om van tijd tot tijd een onderzoek te doen plaats hebben naar het in orde zijn der brandbluschmiddelen bij verschillende amusementsbedrijven. Een der leden vroeg of de verschillende brandwaarborg maatschappijen niet kunnen bijdragen in de kosten voor de brandweer. Hij zou de verschillende maatschappijen in kennis willen stellen met de aanschaffing der auto-brandspuit, waardoor de brandpremie zou verminderen. Een ander is het opgevallen, dat de brandwachten bij uitvoeringen altijd door dezelfde personen worden vervuld. Gevraagd werd of daarvoor niet allen in aanmerking komen. Door een der leden wordt gewezen op het feit, dat bij uitvoeringen in Thalia" en bioscopen geen brandwachten aanwezig zijn. Gewezen werd op het brandgevaar in noodwoningen en men vroeg of daarvoor niet bijzondere maatregelen moeten worden getroffen. Meerdere leden zagen aan deze begrooting gaarne toege voegd een post voor de verzekering van den opperbrand- meester en de brandmeesters. Antwoord. De geuite wensch van een regelmatig onderzoek naar het in orde zijn der brandbluschmiddelen bij verschillende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 797