804 30 DECEMBER 1922. De heer KLUFT meent, dat de slechte toestand te wijten is aan het herhaalde opbreken der bestrating tengevolge van het leggen van kabels. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders zich wenschen te bepalen tot een zuinig beheer. De keien uit de Willemstraat zijn bestemd voor den Nijverheidssingel of Fellenoordstraat. Een onderzoek wordt ingesteld naar eene Nacoviabestrating, zooals men die in Antwerpen en Apeldoorn wel aantreft. De heer KLUFT zou den kademuur aan de Haven willen doortrekken tot de Gasbrug. De VOORZITTER zegt, dat deze zaak in onderzoek is. Art. 8. Gevraagd werd, hoe het staat met de verlichting der wijzerplaten op den toren der Groote Kerk en de kosten daarvan. Antwoord: De mogelijkheid van verlichting der wijzerplaten is onder zocht, maar moet, gezien de tijdsomstandigheden, te duur worden geacht. Het betrokken hoofdstuk wordt hierop goed gekeurd. Hoofdstuk VII wordt zonder bedenking goed gekeurd. HOOFDSTUK VIII. Afdeeling I. Art. 10A. Een der leden vroeg, of er al iemand is aan gesteld voor het toezicht op het onderwijs en meende, dat daarvoor zeer goed een op wachtgeld gestelde onderwijzer zou kunnen worden benoemd. Art. 11. In alle afdeeüngen werd aangedrongen op de instelling van oudercommissiën.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 804