20 MAART 1922. 87 TH. J. A. VAN DIJK, H. J. H. HORNIX, C. VAN ZWE DEN, J. LIJDSMAN, A. W. OOSTVOGELS, B. COHEN, W. J. H. FEBER, H. J. MOLL, A. J. M. CLEMENT, W.J. A. LOOMANS en A. SCHRAUWEN. Afwezig de heer dr. P. A. BOSSERS. Voorzitter de heer mr. dr. W. G. A. VAN SONSBEECK, burgemeester. Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW. De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede, dat de heer B o s s e r s heeft bericht wegens zijn gezond heidstoestand verhinderd te zijn deze vergadering bij te wonen. Vervolgens zegt de VOORZITTER, dat de notulen van het verhandelde in de vergaderingen van 29 en 30 Decem ber 1921 en 30 Januari j.l., overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van het reglement van orde voor den Gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afschrift zijn toegezonden en vraagt of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen, allereerst wat betreft de notulen van 29 December 1.1. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van deze vergadering onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. Vervolgens zijn aan de orde de notulen van 30 Decem ber j.l. De VOORZITTER merkt op, dat op blz. 861 dier notulen de volgende uitlating van mevrouw Neve voorkomt: „Dat notaris Verschraage zooveel geld voor de Burgerwacht beschikbaar stelt, moet hij zelf weten, misschien heeft hij er belang bij". Spr. zijn die woorden destijds ontgaan, anders

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 87