2o MAART 1922. 95 14. Adres van het bestuur der Algemeene Woningbouw vereniging voor Br-eda en omgeving, verzoekende aan die vereeniging in koop af te staan een perceel bouwterrein aan de van Vlietstraat, alsmede een voorschot en bijdragen te verleenen in de kosten van stichting van 34 arbeiderswo ningen aldaar. De VOORZITTER merkt op, dat deze zaak ter sprake kan komen bij de behandeling van punt 33 der agenda. Ten aanzien van de voorwaarden is nog geen overeenstem ming bereikt. De heer VAN ZWEDEN vraagt of er met deze zaak wel de noodige spoed wordt betracht; spr. heeft n.l. vernomen, dat Wethouder Moll aan iemand zou gezegd hebben, dat het nog wel twee jaar zou duren eer daar gebouwd zal worden. De VOORZITTER zegt, dat, zoodra de overdracht is ge schied, het bouwen nader kan worden voorbereid. Spr. ver moedt, dat het gezegde van Wethouder Moll op een mis verstand berust. De heer MOLL Ik ben er mij niet van bewust, iets der gelijks gezegd te hebben. De VOORZITTER geeft daarop in overweging dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. Dienovereenkomstig wordt besloten. 15. Adres van L. van Til, gepensionneerd hoofdagent rechercheur van. politie, verzoekende toekenning van een aanvullingspensioen. De VOORZITTER stelt voor, dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. Daartoe wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 95