i6 MAART 1923. 107 is van het aanvaarden eener gemeentelijke functie en niet van een particuliere betrekking hij zou een dergelijke bepa ling alleen dan kunnen aanvaarden, indien zij in algemeenen zin werd gewijzigd. De VOORZITTER wijst er op, dat een dergelijke bepaling ook in de gewone ambtenaarswereld geldt. Spr. ziet geen reden voor de gemeente om iemand aldus op tweeërlei wijze loon en vergoeding toe te kennen. De heer BOGMANS Wanneer die bepaling in algemeenen zin werd uitgebreid, zou ik mij ermede kunnen vereenigen. De VOORZITTER zegt, dat zulks practisch onmogelijk is het ware niet te controleeren. Het amendement-H a a 1 m a n, er toe strekkende om art. 3 sub b te laten vervallen, wordt daarop in stemming gebracht en verworpen met 13 tegen 8 stemmen. Tegen: mevrouw Neve-Reintjes en de heeren Kor te- weg, Van Dijk, Van Zweden, Cerutti, Oost vogels, Feber, Kooperberg, Lijdsman, Hornix, Loomans, Cohen en Van Groene ndael Vóór: de heeren Me ij vis, Bog mans, Clement, Martens, Moll, Haaiman, Schrauwen en Kluft. Artikel 3 wordt alsnu zonder hoofdelijke stem ming ongewijzigd vastgesteld. Artikel 4. De VOORZITTER merkt op, dat het hierop ingediende amendement van den heer Haaiman in verband met den uitslag van de zooeven gehouden stemming komt te vervallen. Het artikel wordt daarop ongewijzigd vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 107