10
29 JANUARI 1923.
dan is dat wel hierin, dat de stad als centrum van deze
streek speciale bevestiging verkreeg. In den loop van 1922
ontving de Kamer van Koophandel voor Westelijk Noord
brabant met haar zetel te Breda haar beslag, werd onze
dienst der Warenkeuring voor een district van meer dan
veertig gemeenten geopend en kwam tot een einde de
voorbereiding van onzen Vleeschkeuringsdienst, thans voor
een vrij uitgestrekten kring in werking gebracht. Het aldus
aan Breda gegeven cachet legt ons bijzondere plichten op,
waaraan wij zullen pogen te beantwoorden.
Ten aanzien van de alles beheerschende aangelegenheid
der grenswijziging, moge 1923 ons nader tot het doel
brengen. Het geeft voldoening, kennis te nemen van de
mededeeling van Gedeputeerde Staten, dat de tegenwoordige
toestand strijdt met redelijk te stellen eischen.
Aan het slot van hetgeen ik mij voornam te zeggen, wil
ik, overtuigd van Uwe instemming, een woord van waardee
ring uiten voor den ijver en de kunde, waarmede de
ambtenaren in alle gelederen eene goede verzorging der
gemeente-belangen bevorderden.
Tot U richt ik het verzoek de aangename medewerking
in wethouderskamer, commissies en raadzaal als voorheen
te bestendigen. Met Gods hulp moge het ons dan gegeven
zijn vruchtdragend voor onze goede stad te arbeiden.
De heer LIJDSMAN dankt namens den Raad den Voor
zitter voor diens gelukwenschen en het gegeven overzicht
van de onderwerpen, welke hier te Breda de aandacht vragen.
Spr. hoopt, dat ook de nieuwe samenstelling van den Raad,
welke dit jaar zal plaats hebben, zich aan den verderen loop
van zaken zal aanpassen. Spr. deelt in dit verband mede, dat
hij van den nieuwen Raad geen deel meer zal uitmaken,
daar hij zich niet meer beschikbaar stelt. Tenslotte biedt
spr. aan den Voorzitter en zijn gezin de beste wenschen aan
en spreekt de hoop uit, dat Breda nog lang zijn sympathieken
en werkzamen Burgemeester mag behouden.