ió MAART 1923. 18. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver huring van een terrein nabij den Wilhelminasingel aan de voetbalvereeniging „Prins Maurits", tegen een jaarlijkschen huurprijs van f 50, Daartoe wordt besloten. 19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om de motie van het raadslid J. M. Me ij vis, in zake het toeken nen van een bijslag in de huur aan georganiseerde werk- loozen, voor kennisgeving aan te nemen. De heer MEIJVIS deelt mede, dat hij genoodzaakt is ge weest om zijn motie in te trekken, aangezien de Minister geen goedkeuring hecht aan dergelijke regelingen de werkloozen worden door den Minister zeer slecht behandeld. Spr. zou nu aan Burgemeester en Wethouders willen vragen om wederom gascokes tegen verminderden prijs beschikbaar te stellen. De VOORZITTER antwoordt, dat intrekking van een voor stel nog geen reden is om het direct door een ander te vervangen. De cokeskwestie is thans niet aan de orde, dus zal de heer M e ij v i s die zaak op andere wijze aanhangig moeten maken. Zonder verdere opmerkingen wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om de motie van het raadslid P. Haaiman, in zake het geven van bewaarschoolonderwijs van gemeentewege, voor kennis geving aan te nemen. De heer HAALMAN zegt, dat, hoewel hij niet ten volle bevredigd is, hij zich bij het voorstel van Burgemeester en Wethouders moet neerleggen. Mevrouw NEVE-REINTJES wijst er op, dat het onderzoek, hetwelk Burgemeester en Wethouders in deze hebben ingesteld, reeds drie jaar geleden heeft plaats gehad en dat sinds dien

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 116