I 20 16 MAART L923. dan niet eerder bemerkt, dat vervanging van de olie-schakelaars door nieuwe noodzakelijk was In de tweede plaats, vraagt spr., of de Gascommissie al die prijsopgaven heeft gezien. De VOORZITTER antwoordt op de eerste vraag van den heer Cohe n, dat de Directeur met een dergelijk voorstel komt, als het belang van het bedrijf zulks medebrengt. Wat de tweede vraag betreft, zegt spr., dat de heer Cohen het aan de Gascommissie moet overlaten haar werkwijze te bepalen. Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders be sloten. 25. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op het adres van het bestuur der R. K. Werkliedemereeniging „St. Petrus", alhier, betreffende het tewerkstellen van Bre dasche werklieden bij de van gemeentewege uit te voeren werken. De heer MEIJVIS vraagt, welke maatregelen er genomen zijn om die tewerkstelling te bevorderen. Spr. verstaat onder zooveel mogelijk Bredasche werkkrachten minstens 70 van het aantal arbeiders voor het werk benoodigdzulks kan toch in het bestek worden opgenomen. De heer LIJDSMAN antwoordt, dat de laatste werken zijn gegund op voorwaarde, dat daarbij Bredasche krachten te werk moeten worden gesteld, weliswaar niet zooveel als de heer [M e ij v i s bedoelt, doch er is toch rekening mede gehouden. Den heer KLUFT komt het niet juist voor, een zoodanige bepaling in de bestekken op te nemen. Het gaat er toch alleen maar om, werkloozen aan werk te helpen. Waarom moet men dan juist Bredasche werkloozen voortrekken Er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 120