i6 MAART 1923. 121 zullen wel werkgevers buiten Breda zijn, die zich van Bre- dasche werkkrachten bedienen. Als men daar nu ook eens zulke maatregelen nam Dan zouden er hier nog meer werkloozen komen. De heer KORTEWEG is het volkomen eens met den heer M e ij v i s, dat een dergelijke bepaling best in de be stekken kan worden opgenomen zulks kan zelfs op tweeërlei wijze geschieden, n.l. met en zonder verplicht percentage. De heer LIJDSMAN vindt, dat men het gebruik van andere dan Bredasche werkkrachten niet geheel kan uitsluiten. Als men in andere gemeenten ook zoo zou doen, dan zou het aantal werkloozen hier nog toenemen. De heer MEIJVIS merkt op, dat men hierbij vooral moet bedenken, dat elke gemeente op dezelfde manier te werk gaat. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 26. l'rae-advies van Burgemeester en Wethouders, op het adres van bewoners van den Academiesingel, om dezen singel met klinkers te bestraten, luidende als volgt „Onder weder-aanbieding van het adres der bewoners van den Academiesingel om dezen weg met klinkers te bestraten, hetwelk in onze handen werd gesteld om prae-advies, hebben wij de eer U mede te deelen, dat dit herhaaldelijk een onder werp van bespreking heeft uitgemaakt, laatstelijk nog bij het ontwerpen der gemeente-begrooting voor 1923 in verband met het voorstellen van buitengewone werken, waarvoor de dekking uit leeningsgelden moet worden gevonden. Met den Directeur van Openbare Werken zijn wij van oordeel, dat eene klinkerbestrating voor dezen singel niet gewenscht is, als zijnde niet tegen het zware vervoer bestand. Bestrating met klinkers zou ook meebrengen eenzelfde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 121