128
16 MAART 1923.
De heer CERUTTI is van meening, dat in deze ook de
billijkheid moet worden betracht. Spr. noemt het oneerlijkj
deze belasting zoo hoog op te voeren en wil de door hem
voorgestelde wijziging zoo spoedig mogelijk en wel met 1 Juli
a.s. doen ingaan.
De heer FEBER wil met plezier daaraan medewerken, doch
spr. moet eerst weten hoeveel de gemeentekas daardoor zou
derven.
De VOORZITTER Een f 2000,zal daardoor zonder
eenige noodzaak weggeworpen worden
Het voorstel van den heer C e r u 11 i, om in
artikel 4 der verordening op de heffing eener belas
ting op de openbare vermakelijkheden, in plaats
van „verdubbeld" te lezen „met 50% verhoogd"
en zulks te doen ingaan met 1 Juli a.s., wordt daarop
in stemming gebracht en aangenomen met 15 tegen
6 stemmen.
Voor: mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren van
Dijk, van Zweden, Cerutti, Me ij vis, Oost vogels,
Kooperberg, Hornix, Clement, Martens, Haaiman,
Schrauwen, Loomans, Kluft en Cohen.
Tegen de heeren Korteweg, F e b e r, L ij d s m a n,
Bogmans, Moll en van Groenendael.
29. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
ter vaststelling aanbiedende een ontwerp-verordening, rege
lende de wijze, waarop de keuring zal geschieden ingevolge
art. 6 van het Werkliedenreglement,
Zonder eenige bedenking wordt deze ontwerp
verordening onveranderd goedgekeurd en vastgesteld
30. Bezwaarschriften tegen den aanslag in de schoolgelden,
dienst 1922 en 1922/23.