ió MAART [923. 133 de hoogte kan zijn, wekt den indruk alsof zij geheimzinnig behandeld wordt. De heer KLUFT Wij zijn misleid De VOORZITTERWij zullen de gunning aanhouden, doch ik wensch schriftelijk van den heer Kluft te verne men, waarin die misleiding bestaat. De heer KLUFT Als ik dat wil doen. De VOORZITTER Ik wacht uw antwoord af. De heer KLUFT Dat kunt U krijgen De heer CLEMENT vraagt, hoe de aanbesteding van de verbouwing van de tramremise is uitgevallen. De heer LIJDSMANBeneden de begrooting. Besloten wordt de gunning aan te houden. 37- Een tweetal tot den Voorzitter gerichte vragen van het raadslid A. C. K o r t e w e g, luidende als volgt i°. is reeds of zal door de regeering spoedig een bouw en grondvoorschot aan de gemeente Breda worden ver leend voor het bouwen van 88 arbeiderswoningen aan het Dijkje Zoo neen, acht U het dan niet noodzake lijk, in verband met den nog toenemenden woning nood en werkloosheid, dat de gemeente voor eigen rekening deze woningen bouwt 2°. Acht U het niet gewenscht, dat aan alinea 2 van artikel 10, voorkomende in het gemeenteblad 1921, n°. 342 wordt toegevoegd „bij tusschentijds overgaan van den leerling naar een vakschool". i°. De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders te dien aanzien in voortdurende onderhandeling met het Rijk zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 133