134 i6 MAART 1923. De heer KORTEWEG wil, wanneer het Rijk geen steun verleent, op eigen kosten gaan bouwen. De VOORZITTER Wij kunnen vooreerst niet opschieten, daar het terrein nog onteigend moet worden. De zaak heeft echter onze volle aandacht. 20. De VOORZITTER zegt, dat een voorstel tot herzie ning van de schoolgeldregeling voor het lager onderwijs vermoedelijk reeds in de volgende vergadering aan de orde zal worden gesteld. De heer Korteweg kan zijn denk beeld dan ter sprake brengen. De heer FEBER deelt mede, dat bij dit voorstel al reke ning is gehouden met den wensch van den heer K o r t e we g. 38. De VOORZITTER deelt de volgende nadere bijzon derheden mede over de wanordelijkheden, welke op Zondag avond 28 Januari j.l. plaats vonden. Op dien 28sten Januari was er een voetbalwedstrijd ge houden, welke door vele vreemdelingen, in hoofdzaak Lim burgers, was bijgewoond. Er heerschte dientengevolge een ongewone drukte in de stad De politie gelastte eenige la waaischoppers een overladen automobiel te ontruimen, hetgeen het publiek deed toestroomen. Op een bepaald moment achtten een adjunct-inspecteur en een agent zich ingesloten en hebben toen -de sabel getrokken, iets waartoe slechts in het uiterste geval mag worden overgegaan. Hetzelfde is ook geschied door een agent, die ruim baan wilde maken om met een arrestant naar het politiebureau te komen. Ook hebben zich relletjes voorgedaan op andere plaatsen in de stad, o.a. bij het station. De houding met name van de vreemdelingen was soms zeer uittartend. Het trekken van de sabel heeft spr. afgekeurd, ook tegenover den betrokken niet lang geleden benoemden adjunct-inspecteur, dien spr. daarover ernstig heeft onderhouden. Toen later superieuren het volk tot kalmte hebben aangemaand was de rust in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 134