iSo 2 MEI 1923. leven lang door de gemeente een pensioen uitgekeerd zou moeten worden, ook indien hij uit de stad vertrok of zich misschien niets meer liet gelegen liggen aan de gemeente. Spr. verklaart met nadruk, dat tijdens deze conferentie niets is uitgebroed. De heeren zijn naar huis gegaan en dezer dagen bereikte het onderhavige ontwerp het College. Persoonlijk achtte spr. dit onderwerp niet geheel rijp voor de behandeling in de vorige vergadering, wijl de commissie tot onderzoek geen overeenstemming heeft bereikt ten aanzien van de vitale punten. Spr. is ook thans nog tot op zekere hoogte van dezelfde gedachte. Hieruit mag echter niet geconclu deerd worden, als zou hij principieel tegen elke pensionneering van Wethouders zijn, trouwens een instituut, dat in plaatsen van den aard van Breda veelal bestaat. Met aanneming van een verordening tot pensionneering van Wethouders geschiedt dan ook niets buitensporigs. Te s-Hertogenbosch heeft nog enkele dagen geleden een wijziging der desbetreffende veror dening plaats gehad, waarbij een wethoudersfunctie van 2 jaren reeds aanspraak op pensioen geeft en mede het weduwe- en weezenpensioen wordt geregeld. Waar de Raad zich nog in de voorgaande vergadering in groote meerderheid een warm voorstander van de pensionneering der Wethouders heeft betoond, meende het College zijn meening niet zoodanig te moeten laten prevaleeren, dat den heer van Groenendael c.s. geen kans werd gegeven om dit ontwerp te doen behan delen. Die kans moet het College geven en de Raad moet weten hoe te beslissen. Dit ontwerp is van mildere strekking voor de gemeentekas. De heer Haaiman hecht geenerlei waarde aan de gemaakte kostenberekening. Dit kan toch niet juist geacht worden. Spr. is zelf te weinig bekend met verzekerings-statistiek, doch de heer F e b e r heeft zoo al niet onfeilbare, dan toch wel globale berekeningen gemaakt, welke zeer zeker van waarde zijn. Volgens deze becijferingen kostte het vorige ontwerp van meergenoemde heeren f 8000.per jaar aan de gemeente, welke som met f 2000. af 3000.werd verhoogd door de aanneming van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 150