2 MEI T923. 175 band vraagt spr., of de inkomsten uit de abonnementsgelden het daarvoor bepaalde bedrag niet hebben overschreden en de winst niet grooter is geworden. Evenals het Dagblad van Noordbrabant betreurt spr. het, dat de abonnementen niet van 10 op 12 kubieke meter zijn gebracht. Spr. zou gaarne nader over de uitkomsten der waterleiding worden ingelicht. Aan de hand der gegevens van de begrooting voor dit jaar, heeft de heer KORTEWEG berekend, dat de fabricage van een K.W.U. 19.07 cent aan het bedrijf kost. Thans wordt o.a. voorgesteld om den prijs van stroom voor licht op 35 cent per K.W.U. en voor kracht en andere doelein den op 20 cent te stellen. De winst voor het loopende jaar is op 33 geraamd. Spr. constateerde, dat aangezien de industrie reusachtig bevoordeeld wordt door het zooeven genoemde tarief, de kleine man het grootste gedeelte van de winst zal moeten opbrengen. Spr. stelt daarom voor, om den prijs van stroom voor licht ook op 20 cent per K.W.U. te stellen ten bate van de kleingebruikers. De heer VAN ZWEDEN brengt in herinnering, dat, toen verleden jaar de cijfers van het gas- en het electriciteits- bedrijf bekend werden, ook zijn fractie reeds op verlaging der prijzen heeft aangedrongen, hetgeen echter destijds niet mogelijk heette. Thans blijkt echter, dat het wel dege lijk mogelijk geweest was. Spr. verheugt zich thans evenwel over dit voorstel tot verlaging, doch wijst tevens op het reeds eerder door zijn fractie gedane verzoek om de tarieven voor de verstrekking van water te verlagen. Ook bij de indiening van dit verzoek was de fractie overtuigd, dat ver- laging mogelijk was, welke mogelijkheid thans uit het betoog van den heer Haaiman wederom is gebleken. Spr. zou derhalve de abonnementen gaarne van tien op twaalf kubieke meter water gesteld willen zien. De VOORZITTER zegt met genoegen gehoord te hebben, dat de heer Haaiman vertrouwen stelt in het College

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 175