2 MEI 1923. 177 ningen nog niet onfeilbaar behoeven te zijn. Bij machtiging hebben Burgemeester en Wethouders het in de hand om steeds, wanneer zulks mogelijk is, tot verlaging over te gaan. Mevrouw NEVE-REINTJES zou in overweging willen geven om voor de komende zomermaanden den prijs van het gas zooveel mogelijk te verlagen, teneinde de arbeidersvrouwen in de gelegenheid te stellen, het eten op gas te koken. De heer LIJDSMAN verklaart, dat de prijs van het gas ook thans reeds zooveel mogelijk wordt verlaagd. Overigens spijt het spr., dat de heer Haaiman zijn betoog niet in de gascommissie heeft gehouden. De heer HAALMAN zegt ziek te zijn geweest. De heer MEIJVIS had verwacht, dat de heer Haaiman aan het einde van zijn betoog een voorstel aan den Raad gericht zou hebben. Nu dit niet het geval is, heelt zijn geheele rede niet veel waarde. Spr. kan zich natuurlijk met het onderhavige voorstel vereenigenhij begrijpt echter niet gelet op de gunstige cijfers waarom de cokesprijzen omhoog gevoerd zijn. Spr. acht dit in het geheel niet noodig. Cokes behoort ook tot de volksverbruiksartikelen. In andere gemeen ten zijn de prijzen daarvoor 10 a 25 cent lager. De VOORZITTER zegt, dat de prijzen van de cokes zich regelen naar den voorraad, welken het bedrijf heeft. Is er veel cokes, dan moet er eens gespuid worden om plaats te maken dan daalt de prijs. Andere keeren is de voorraad gering en de prijs hooger. De heer HAALMAN bevreemdt het, dat er hem een soort verwijt van wordt gemaakt, dat hij geen voorstel tot verdere verlaging heeft ingediend. Spr. vestigt er de aandacht op, dat hij gezegd heeft, daarvoor het tijdstip nog niet aange broken te achten. Door het huidige voorstel zal reeds f70,000.minder ontvangen worden. Voor een mogelijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 177