i;8 2 MEI 1923. verdere verlaging wenscht spr. eerst het einde van het jaar af te wachten. Deze voorzichtigheid acht spr. geboden. Dan zal uit de cijfers kunnen blijken of een verder voort gezette verlaging mogelijk is. Indien zulks blijkt, zullen Burgemeester en Wethouders, naar spr. vertrouwt, alsdan wel wederom de tarieven verlagen, indien hun de machtiging daartoe, ook voor het electriciteitsbedrijf, wordt verleend. Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders en wordt aan hen de machtiging verleend om telkens, wanneer de omstandigheden daartoe aanleiding geven, tot verlaging der electriciteitsprijzen over te gaan, zonder dat daarvoor een afzonderlijk raadsbesluit vereischt wordt. De heer KORTEWEG wenscht aanteekening, dat hij tegen het verleenen van deze machtiging is. 27. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen eener reductie op den gasprijs aan grootverbrui kers, luidende als volgt „Bij Uw besluit van 9 December 1921 werden wij ge- „machtigd om, in afwijking van hetgeen daaromtrent in de „Gasverordening is bepaald, voortaan na ingewonnen advies „der gascommissie tot verlaging van den gasprijs over te „gaan, telkens wanneer de omstandigheden daartoe aanlei ding geven. „Op grond van deze machtiging is door ons bepaald, dat „met ingang van het tijdstip, aanvangende na de meterop- neming over de maand April, de gasprijs met 2 cent per „M3 zal worden verlaagd. „Teneinde het gasverbruik echter zooveel mogelijk te „bevorderen en ook de industrie ter wille te zijn, komt het „ons gewenscht voor, dat, in afwijking van de tot dusver „bestaande uniforme prijsregeling, aan de grootverbruikers „nog eene extra-reductie op den gasprijs worde toegestaan. „In overeenstemming met het advies der gascommissie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 178