2 MEI 1923. 179 „hebben wij de eer U derhalve voor te stellen, aan de gas- „verbruikers boven een verbruik van 5000 M3 per jaar en „per aansluiting, over dat meerverbruik eene reductie te „verleenen van 10%. Voor het loopende jaar deze reductie „over s/13 van het meerverbruik. „Tevens verzoeken wij U ons te machtigen om telkens, „wanneer tot gasprijsverlaging wordt overgegaan, ook deze „reductie van kracht te doen zijn". De heer OOSTVOGELS meent, dat de groot-stroomver- bruikers eene grootere reductie krijgen, in percenten uitge drukt, dan de groot-gasverbruikers. De VOORZITTER zegt, dat dit zal worden nagegaan. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 28. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij machtiging verzoekende tot egaliseering en grondverbetering van het bouwterrein aan het Dijkje en daarvoor een crediet toe te staan van f 6500. De heer HORNIX geeft zijne bevreemding te kennen, dat de bouwcommissie hierover niet is gehoord. De VOORZITTER acht zulks niet noodig, omdat er nog niets gebouwd wordt. De heer MEIJVIS vraagt, wanneer met de werkzaamheden zal worden begonnen. De heer LIJDSMAN antwoordt hierop, dat reeds a.s. Maandag de werkzaamheden een aanvang zullen nemen. De VOORZITTER wijst er nog op, dat ook uit een oog punt van nuttige werkverschaffing het voorstel alle aanbe veling verdient. Zonder bedenking wordt alsnu besloten de ge vraagde machtiging te verleenen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 179