29 JANUARI 1923.
17
gehouden is, gedurende dien tijd voor de gemeente werk
zaamheden te verrichten, welke hem in verband met zijne
persoonlijkheid en omstandigheid redelijkerwijze kunnen
worden opgedragen.
Mevrouw NEVE-REINTJES vraagt, of dit voorstel zijn
geheele wachtgeldregeling omvat.
De VOORZITTER zegt, dat het hier slechts een voor-
loopig voorstel betreft.
De heer BOGMANS vraagt, of er spoedig een algemeene
wachtgeldregeling voor de ambtenaren is te wachten.
De VOORZITTER zegt, dat een regeling van de rechts
positie der ambtenaren wordt overwogen.
Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu besloten
overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders.
15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot toe
kenning van vergoedingen aan ambtenaren, wegens buiten
gewone werkzaamheden in verband met het toezicht en de
controle op de behoorlijke naleving van de verordening op
de openbare vermakelijkheden en wel als volgt
aan den controleur Engbersenf 125.
aan den ambtenaar Moon en- 100.
aan den ambtenaar van lersel - 100.—
aan den bevolkingsagent Bom- 100.
aan den bureel-ambtenaar Bartels. - 40.—
De heer OOSTVOGELS wijst op het groote verschil in
gratificatie. De heer Bartels krijgt f 40.en de andere
ambtenaren ontvangen f 100.terwijl hij, naar de meening
van spr., toch hetzelfde werk doet als de anderen. Spr. zou
daarom de totale som der gratificaties tot f 500 willen
afronden. Dan kan de heer Bartels f 75.ontvangen.