2 MEI 1923.
De VOORZITTER zegt, dat, indien er één aanleiding zou
zijn om tegen de hier betoonde goedgeefschheid op te
komen, zij wel gelegen is in het feit, dat daarbij het argu
ment gebruikt wordt, dat er personen worden aangeduid,
die nadeel hebben geleden, ter voorkoming waarvan dan een
subsidie zou moeten worden verleend. Spr. acht dit zeer onjuist
gezien. Voorts is het niet waar, als zou de gemeente niets
gedaan hebben in deze. Er is een subsidie van f 500.
verleend. Thans blijft men hengelen om nog f 479.80 te
ontvangen, omdat sommige personen nadeel hebben ge
leden. Met alle respect voor de goede, is het spr. bekend,
dat er concerten geweest zijn, waarvoor de hoorder wel iets
had willen geven, wanneer zij niet gehouden waren. Spr.
acht het niet juist voor dit tekort thans bij de gemeente
aan te kloppen. Hier dient gegeven te worden door hen,
die meer belang bij dit feest gehad hebben en niet ook
door belastingbetalers, die veelal veraf wonen.
De heer CERUTTI brengt in herinnering, dat een jaar
of vijf, zes geleden de opheffing van het stedelijk muziek
korps ter sprake is gekomen. Daarbij werd tevens het
denkbeeld van een bestendig festival geopperd. Dit festival
hebben zij thans gehad. De Voorzitter heeft op minder
goede concerten gewezen. Spr. verklaart echter, dat hij van
het stedelijk muziekkorps ook verschillende concerten
gaarne niet gehoord zou wenschen te hebben. Voor dit
korps werd f 6000.per jaar uitgegeven. Wanneer de ge
meente zeven concerten tegen den zeer matig berekenden
prijs van f 70,per concert had doen houden, dan zou
haar dit reeds f 490,hebben gekost, waarbij dan boven
dien nog maar op eene plaats muziek was gegeven. Het
bestendig festival bracht muziek door de geheele stad, zoo
dat volgens spr. hier ook geen sprake kan zijn als zouden
de verafwonenden van dit festival niet hebben geprofiteerd.
De VOORZITTER constateert, dat de heer H o r n i x in
overweging geeft om het tekort van de commissie te dekken