202 2 MEI 1923. tijdstip van in werking treding der regeling over te laten aan Burgemeester en Wethouders. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders zullen nagaan, in hoever aan eene terugwerking tot 5 Februari al dan niet administratieve bezwaren verbonden zijn. Is dat niet het geval, dan zullen zij de regeling op dat tijdstip laten ingaan. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten, waarna de voorgestelde wijziging wordt goedgekeurd. 47. Schriftelijke vragen van het raadslid, den heer Korteweg, in zake de bestrijding der werkloosheid, met inlichtingen van Burgemeester en Wethouders. De VOORZITTER zegt, dat deze zaak reeds behandeld is bij punt 42 der agenda en stelt mitsdien voor, dit punt als afgedaan te beschouwen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 48. Schrijven van het bestuur der R.K. Werkliedenver- eeniging ,,St. Petrus" alhier, houdende dankzegging voor de toegekende subsidie ten behoeve van den cursus voor volwassenen over 1921. De VOORZITTER stelt voor, dit schrijven voor kennis geving aan te nemen. Daartoe wordt besloten. 49. Schrijven van B. L. E. M. Klunne, daarbij, wegens vertrek uit de gemeente ontslag verzoekende als lid der commissie voor de ambachtsschool in deze gemeente. De VOORZITTER stelt voor, het gevraagde ontslag eervol

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 202