204 2 MEI 1923. De heer OOST VOGELS vraagt zich af, of de bewuste politieagent niet overmatig zwaar gestraft is Spr. vindt de houding van den Voorzitter niet erg Christelijk. De heer BOGMANS vraagt, of het voldoende is indien de bond erkent, dat het ontslag geenerlei verband houdt met organisatie-redenen De VOORZITTER merkt op, dat men blijkbaar op allerlei gronden wel wenscht toe te laten, dat de overheid wordt beleedigd en belasterd, maar anderzijds deze overheid niet steunt bij haren eisch, dat een bond na een dergelijke handel wijze ook zal erkennen, dat hij verkeerd is opgetreden. Die erkenning is practisch noodig om eventueel vruchtbaar overleg te kunnen plegen. Zonder verdere opmerkingen wordt alsnu besloten, het adres te stellen in handen van den Burgemeester ter afdoening. 51. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van een crediet van f 2000.ten behoeve van de aanschaffing eener schrijf- en telmachine ten dienste der lichtbedrijven en waterleiding. De heer KOOPERBERG vindt het een bezwaar, dat volgens een bijgevoegd schrijven van den vertegenwoordiger, de prijs van een dergelijke machine met f 300.wordt verhoogd, wanneer de bestelling niet in April heeft plaats gehad. Spr. weet te Rotterdam ook een heel goed adres, namelijk de firma E 1 e s. Wellicht zou ook van deze firma een prijsopgaaf gevraagd kunnen worden. Overigens meent spr., dat een machine als hier bedoeld, toch geen markt-artikel is, waarvan de prijs zoo maar in eens wordt verhoogd. De heer LIJDSMAN antwoordt, dat onder den prijs van aankoop der nieuwe machine de bijlevering van een grootere wagen voor de kleine machine, welke het bedrijf thans bezit,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 204