2 MEI 1923. 207 De heer Haaiman ziet dit ook wel in, wanneer hij ver klaart, dat er veel gebruik van dit pad zal gemaakt worden. De opmerking van den heer H o r n i x, betreffende het rustige gedeelte van het Valkenberg beantwoordende, vraagt sprwat men aan een dergelijke rust heeft, indien er geen gebruik van gemaakt wordt, zooals spr. steeds heeft kunnen constateeren. Een fietspad door het Valkenberg zal van groot voordeel voor de fietsers zijn. De door den heer Hornix aangegeven weg, zou echter nagenoeg het geheele park doorsnijden Overigens betreft het hier alleen een proef, welke bovendien niet veel geld zal kosten, terwijl duizenden er voordeel van zullen hebben. Mochten er deugdelijke be zwaren tegen bestendiging van het pad blijken te bestaan, dan kan de status quo weer hersteld worden. De heer SCHRAUYVEN ziet het nut van een dergelijk pad niet in. Voor een groot gedeelte der binnenstadbewoners is de weg naar het station langs het postkantoor nagenoeg geen omweg. Mevrouw NEVE-REINTJES wijst op het groote aantal ouden van dagen, die juist de rustige plekjes in het park opzoeken. De heer BOGMANS vreest, dat het een mooie speelplaats voor de kinderen zal worden, vooral door de golving in het terrein. Spr. zou er daarom meer voor gevoelen, indien er iets moet gebeuren, het fietsen door de Zwaanstraat te veroorloven. Dan kan men door de Bouwerijstraat enz. het station ook spoedig bereiken. Desnoods zou daarbij nog een klein stukje van het Valkenberg er aan opgeofferd kunnen worden. De VOORZITTER legt er den nadruk op, dat het hier slechts een proef geldt. De heer HORNIX verklaart zich voor het nemen van deze proef.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 207