20 29 JANUARI 1923. 25. Adres van W. Bi er mans alhier, daarbij verzoe kende opheffing van de voorwaarden sub c. van het raads besluit d.d. 24 April 1915, waarbij hem ontheffing van artikel 14 der bouwverordening verleend werd o.a. op voor waarde sub. c., dat de open plaats van perceel Eindstraat onbedekt zou blijven. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezondheidscommissie en den adjunct-directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wethouders om de gevraagde ontheffing te verleenen onder de daarbij aangegeven voorwaarden. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten aan adressant de gevraagde uitzondering toe te staan onder de volgende voor waarden a. dat geen verandering worde gebracht in grenzen van het perceel b. dat het gebouw niet van bestemming ver- andere en nimmer geheel of gedeeltelijk tot woning worde ingericht of gebruikt c. dat ter voldoening aan artikel 5 der Woning wet eene teekening, ingericht volgens art. 99 der bouwverordening, aan Burgemeester en Wet houders ter goedkeuring worde aangeboden d. dat, wanneer binnen vier maanden na de dagteekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend en onder bepaling, dat bij niet vervulling van één dezer voorwaarden de verleende onthef fing vervalt. 26. Adres van A. Mertens alhier, daarbij ontheffing verzoekende van artikel 14 der bouwverordening voor deze gemeente, ten behoeve van den bouw van een afdak op de open ruimte van het perceel gelegen aan den Haagdijk n° 50. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezondheids-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 20