26 JUNI 1923. 217 I4den regel van boven, het woord „onbekwaamheid" te ver anderen in „onbevoegdheid". Met inachtneming van vorenstaande bemerking worden de notulen van voormelde vergadering goed gekeurd en vastgesteld Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde de vast stelling der notulen van het verhandelde in de vergadering van 2 Mei 1923. De heer OOSTVOGELS merkt op, dat ten aanzien van punt 30 van de agenda dier vergadering boven aan blad zijde 182 ten onrechte staat vermeld, dat zonder verdere bedenking besloten wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Op spr.'s verzoek heeft over dit voorstel een stemming plaats gehad, weshalve hij in overweging geeft, in plaats van bedoelde zinsnede den uit slag der stemming te vermelden. De VOORZITTER antwoordt het geval te zullen onder zoeken. Blijkt de opmerking van den heer Oostvogels juist te zijn, dan zullen de notulen in dien zin gewijzigd worden. Met inachtneming dezer restrictie worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. Thans stelt de VOORZITTER aan de orde 1. Schrijven van de Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant d.d. 9 Mei 1923, G. n°. 277, geleidende een afschrift van het Koninklijk Besluit van 27 April 1923, nu. 48, waarbij goedkeuring is verleend aan de wijziging van de verordening op de heffing van schoolgeld voor de handels avondschool,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 217