29 JANUARI 1923. commissie en den adjunct-directeur der Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wethouders om de gevraagde ontheffing te verleenen onder de daarbij aan gegeven voorwaarden. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten aan adressant de gevraagde uitzondering toe te staan onder de volgende voor waarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel b. dat op de geheele open ruimte, op de teekening aangegeven, niets worde gebouwd of opgericht c. dat de overkapping niet hooger worde aange bracht, dan op de teekening is aangegeven, zijnde 3 meter boven den beganen grond d. dat de overkapping niet van bestemming ver- andere en nimmer geheel of gedeeltelijk tot woning worde ingericht of gebruikt e. dat ter voldoening aan artikel 5 der Woningwet eene teekening, ingericht volgens artikel 99 der bouwverordening, aan Burgemeester en Wet houders worde aangeboden dat, wanneer binnen drie maanden na de dag- teekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend en onder bepaling, dat bij niet vervulling van een dezer voorwaarden de verleende uitzonde ring vervalt. 27. Adres van P. de Kroon alhier, daarbij ontheffing verzoekende van artikel 14 der bouwverordening voor deze gemeente, ten behoeve van den wederopbouw van een pak huis op het perceel Valkenstraat n°. 88. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezondheids commissie en den adjunct-directeur van Openbare Werken,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 21