26 JUNI 1923. 221 ,,De voornaamste oorzaak hiervan is, dat buitengewone „uitgaven betaald zijn uit de gewone middelen der gemeente, „waarvoor t.z.t. een geldleening zal worden aangegaan. Ook „het niet ontvangen in deze maanden van het Rijk van de „maandelijksche voorschotten op de opbrengst der gemeente- „lijke inkomstenbelasting doet thans tijdelijk zijn invloed „gelden. „Wij hebben derhalve de eer U voor te stellen, te besluiten „tot het aangaan van eene tijdelijke kasgeldleening tot een „bedrag van f 300,000.overeenkomstig het hierbijgaande „ontwerp-besluit." De VOORZITTER zegt, dat bij deze aangelegenheid spoed zeer gewenscht is. Spr. hoopt, dat de Gedeputeerde Staten deze leening nog morgen zullen goedkeuren. Door verschil lende, in het voorstel nader aangeduide, omstandigheden is er voor het oogenblik niet voldoende kasgeld aanwezig. Naderhand zal bepaald worden, op welke wijze deze leening geconsolideerd behoort te worden. De heer CERUTTI vraagt, tegen welke rente de leening wordt aangegaan. De heer FEBER antwoordt, dat deze leening wordt ge sloten tegen het promesse-disconto van de Nederl. Bank. Zonder verdere opmerkingen wordt besloten over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. 11. Adres van directeur en leeraren der ambachtsschool, verzoekende terugbetaling van de gestorte pensioenpremie over 1920, naar aanleiding van een besluit van den Raad van 2 Mei j.l. waarbij met ingang van 1 Januari 1923 het premievrij pensioen voorgenoemd personeel wordt ingetrokken 12. Adres van L. P. K r i e n s, oud-directeur van het voormalig stedelijk muziekkorps, verzoekende toekenning van een aanvullingspensioen over de eerste zes maanden van 1922.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 221