26 JUNI 1923. 223 De heer LIJDSMAN antwoordt, dat wegens belemmering van het verkeer de vergunning is ingetrokken. De VOORZITTER zegt, dat de quaestie door het College nader bezien kan worden. Zonder verdere opmerkingen wordt alsnu besloten dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ter afdoening. 15. Adres van J. M. S m e e k e n s, daarbij eervol ontslag verzoekende met ingang van 1 September a.s. als leeraar aan de ambachtsschool alhier, met voorstel van Burgemeester en Wethouders om, onder dankbetuiging voor de bewezen diensten, dit ontslag eervol te verleenen met ingang van een nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen datum. Wordt conform dit voorstel besloten. 16. Adres van J. F. T h ij s s e n, daarbij eervol ontslag verzoekende met ingang van 1 Juni 1923 als hoofd van het vervolgonderwijs voor jongens en meisjes en als leeraar aan de avondschool voor ambachtslieden alhier, met voorstel van Burgemeester en Wethouders om dit ontslag eervol te ver leenen, behoudens, wat betreft de laatstgenoemde betrekking, het hooren van den Inspecteur van het Nijverheidsonderwijs en den directeur der school. Wordt besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 17. Adres van dr. J. F. C o r s t e n s, daarbij eervol ont slag verzoekende met ingang van 1 September a.s., als conrector en leeraar aan het gymnasium alhier, met voorstel van Burgemeester en Wethouders om het gevraagde ontslag eervol te verleenen met ingang van 1 September a.s., onder dankbetuiging voor de in die betrekking aan de gemeente bewezen diensten. Dienovereenkomstig wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 223